Introductie
Club
Rassen
Havana
Alaska
Gouwenaar
Luchs
Parelfeh
Beige
Marburger Feh
Activiteiten
Showuitslagen
Foto's
Links
Gastenboek
|
Gouwenaar

De
Gouwenaar is, net als de Havana, nooit doelbewust gefokt. In 1920 trof de
duivenfokker C.A.M. Spruyt in een nestje Havana's enkele blauwgrijze dieren
aan, die later als Gouwenaar naar voren zouden worden gebracht.
In
1924 schrijft de heer Spruyt over het ontstaan van de Gouwenaar :
"Jaren
geleden fokte ik, behalve duiven, ook konijnen doch daar me de tijd en
ruimte gingen ontbreken werd de konijnenfokkerij opgeheven. Dit nam evenwel
niet weg, dat ik er toch steeds voor bleef gevoelen er geregeld alle verschenen
vakliteratuur naging en op tentoonstellingen ook steeds de dieren aandachtig
bekeek. In 1917 was ik weer in de gelegenheid konijnen te kunnen gaan houden en
begon ik naast mijn duivenhokken enkele konijnenstallen te bouwen. Daar men om
resultaat te bereiken met 1 ras moet beginnen, koos ik voor de Havana, daar
deze dieren mij steeds bijzonder hadden bevallen. In 1917 schafte ik mij enkele
voedsters en een ram aan, alle van prima bloed. Hiermede wilde ik een eigen
stam samenstellen volgende de bekende regelen der bloedverwante paringen, zoals
ik die reeds jaren bij mijn duiven toepaste. Ik had het plan een jaar of 5 a 6
te fokken, en dan eerst te exposeren, wanneer ik zeker was met eigen stamdieren
te moeten winnen, daar ik het met gekochte dieren exposeren en misschien winnen
geen fokkerskunst noem. En toch zou het anders lopen.
Op
dit moment (NKB standaard, uitgave 2007) het volgende over de Gouwenaar :
Gouwenaar
Het land van oorsprong is Nederland.
Is in Nederland erkend in 1927.
Genetische
symbolen :
abCdE (Int.) ABcdg
(Duits)
abCdE
ABcdg
Puntenschaal Groep 1. Kleur
Pos.
|
Onderdeel
|
Punten
|
1
|
Gewicht
|
10
|
2
|
Type,
bouw en stelling
|
20
|
3
|
Pels en pelsconditie
|
20
|
4
|
Kop
en oren
|
15
|
5
|
Dek-
en buikkleur
|
15
|
6
|
Tussen- en
grondkleur
|
15
|
7
|
Lichaamsconditie
en verzorging
|
5
|
|
Totaal
|
100
|
1.
Gewicht
Het
gewicht is 2,50 tot 3,50 kg.
Puntenschaal voor het gewicht:
Gew. (kg)
|
2,25-2,50
|
2,50-2,80
|
2,80-3,50
|
|
Punten
|
8
|
9
|
10
|
|
2. Type, bouw en stelling
Het type
is gedrongen (typegroep C) met weinig hals. De bouw is breed in voor- en
achterhand met fraaie afrondingen. De benen zijn stevig en kort. Het ras is
middelhoog gesteld. Een juiste stelling toont de aanwezige rasadel. Een geringe
wamaanzet of halskraagje is slechts toegestaan bij overjarige vrouwelijke
dieren.
3. Pels en pelsconditie
De pels is van normale lengte, is dicht ingeplant,
heeft een normale hoeveelheid aan onderhaar, is iets fijn van structuur, zacht
en glanzend.
Pelsconditie:
Ideaal is een geheel doorgehaarde pels zonder een dun behaard of kaal plekje. De
pels moet glanzend en aanliggend zijn. Verharing herkent men duidelijk aan de
oude afstervende haren en het nieuwe krachtig gekleurde haar, dat al is waar te
nemen. Niet enkele in het rond vliegende haren, maar flink loslatend haar is
als verharing te beschouwen. Een fraaie pels moet aan de volgende voorwaarden
voldoen:
- Het haar moet regelmatig van lengte zijn,
- Het haar moet goed aanliggen,
- De verhouding grannen-, dek- en onderhaar moet fraai zijn,
- De elasticiteit van de grannen- en dekhaar moet stevig zijn,
- De pels moet glanzen,
- De pels moet volledig doorgehaard zijn,
- Bij inblazen mag de huis niet waarneembaar zijn.
Lichte
fouten pels
Een
pelslengte die iets langer of iets korter is dan in de rasbeschrijving is
aangegeven.
Iets stugge-, zachte of losse pels. Iets weinig onderhaar. Iets ongelijke pels
en platen ontstaan door verharing. Iets open pels. Wat weinig glans. Iets
dun behaarde oren of oorranden. Iets dun behaarde nek. Kleine kale
plekjes of lichte beschadigingen welke door het omliggende haar kunnen worden
bedekt. Kleine korstjes of enkele foutief gekleurde haren op beschadigde delen.
Enkele klitten.
Zware
fouten pels
Pelslengte
die te sterk afwijkt van die in de rasbeschrijving is aangegeven. Zeer weinig
onderhaar. Zeer sterke verharing, waardoor een beoordeling van onderhaar,
dekhaar of kleur onmogelijk is. Een open ene stroeve pels zonder glans. Kale
plekken die niet door de omliggende haren bedekt kunnen worden. Door ernstige
beten ontstane kale plekken, korsten of knobbels. Ernstige verwondingen aan de
voetzolen. Te dun behaarde oren. Veel klitten.
4.
Kop en oren
De kop is krachtig ontwikkeld met brede snuit, kaken en wangen. De oren zijn
stevig van structuur met lepelvormig afgeronde oortoppen, zijn goed behaard en
worden V-vormig gedragen. De oorlengte is 9-12 cm, ideaal is 9,5-11,5 cm. Het
geheel in harmonie met het lichaam.
5. Dek- en
buikkleur
De
dekkleur is vaal lichtblauw en is egaal van neuspunt tot staarteinde. De kleur
van kop, oren en staart is vaak iets donkerder. Het streven is dat het
kleurverschil van deze lichaamsdelen met de dekkleur zo gering mogelijk is. De
buikkleur is gelijk aan de dekkleur, echter iets doffer. De oogkleur is
grijs-blauw en vertoont onder een bepaalde belichting een rode gloed. De nagels
zijn donkerhoornkleurig. De snorharen zijn vaal lichtblauw.
6. Tussen-
en grondkleur
De tussenkleur is een nuance donkerder dan de dekkleur en is niet scherp
begrensd. De grondkleur van het dek is een nuance donkerder dan de tussenkleur.
De grondkleur aan de buik is gelijk aan de tussenkleur van de dekkleur.
7.
Lichaamsconditie en verzorging
Het
spreekt vanzelf dat op een tentoonstelling of keuring het konijn in de beste
conditie aanwezig moet zijn. Het lichaam goed bevleesd en gespierd en voelt
hard aan. Slappe, magere of te vette dieren zijn ongewenst. De nagels worden
regelmatig en evenwijdig met het loopvlak, zonder het “leven” te raken geknipt,
ook de duimnagels. Het gehele dier, met name de pels, voetzolen, de nagels, de
binnenzijde van de oren, de geslachtsdelen en rondom de anus moet schoon zijn.
De pels is vrij van klitten. Het oog is helder en tintelt van levenslust. Een
dier dat aan de keuring meedoet, dient goed getraind te zijn, zodat de
aanwezige rasadel door een goede stelling wordt getoond.
Lichte fouten
Geringe
afwijking in type. Geringe afwijking in bouw. Iets blauwe kleur. Iets
onregelmatige dekkleur. Iets ongelijke dekkleur. Enkele witte haren. Enkele
witte haartoppen. Iets roest. Iets bruine aanslag. Iets lichte nagelkleur.
Enkele witte snorharen. Iets lichte grondkleur.
Iets vuile voetzolen, onderzijde van de staart, of andere delen van de pels.
Iets vuile oren. Iets vuile geslachtsdelen. Iets vuil rond de anusopening. Iets
vuile nagels. Iets lange nagels. Iets huidschilfering op de schouders of in de
nek. Iets dun behaarde hakken. Iets kale plekje(s) welke nog door het
omliggende haar wordt bedekt.
Zware fouten
Grote afwijking in type. Grote afwijking in bouw. Kleur te blauw. Te
onregelmatige dekkleur. Te onregelmatige dekkleur. Te ongelijke dekkleur. Te
veel roest. Te veel bruine aanslag. Te veel witte haren. Te veel witte
snorharen. Te lichte grondkleur.
Zeer sterke vervuiling. Harde mestballetjes aan de nagels. Te vet of te mager,
waardoor aan de conditie te veel afbreuk wordt gedaan. Zeer lange nagels. Zeer
slecht pelsconditie. Ernstige huidschilfers op het lichaam. Kale plek(ken) die
niet door het omliggende haar kunnen worden bedekt.
|
|